Bladeren dwarrelen naar beneden,
weerspiegeling van mijn innerlijk zelf.
Nooit aflatende stroom van loslaten
en laten verrotten van verlangens
nimmer vervuld.
De natuur in overeenstemming met mijn zijn
hoe toepasselijk is dit jaargetijde van sterven.
Onbereikbare dromen en idealen
ingehaald door de tijd
en vertrapt door de banale
activiteiten van alledag
Onvervuld en onbegrepen
sleep ik mij voort
en hoop op hernieuwde tijden
waarin ik verlost ben
van mijn innerlijk lijden.
(walther ligtvoet)