Wat bezielde me om ja te zeggen om op Rakker te passen. Marleen lekker op vakantie en ik loop hier door de regen dat beest uit te laten. Wat een druilerige vrijdagavond. Bah. Nou, loop ik weer. Op weg naar de honden uitlaatplaats. Zo’n poepstrook langs de weg ergens waar iedere hondenbezitter zijn hond overheen mag trekken en dan de stront in een zakje moet proppen en in de vuilnisbak moet deponeren. Ik ben blij dat ik geen hond heb, nou ja. een eigen hond dan.
Het is wel lekker rustig op straat. Alleen hondenbezitters lopen met dit weer buiten denkt Erik nog. Ach, ik ben zo klaar in ieder geval. Zo direct even dat steegje door en dan kan het beest zijn behoefte doen.
Opeens staat Rakker stil. Hij spitst zijn oren en begint zachtjes te grommen. Erik luistert ook even aandachtig. Hij hoort wat geluid uit de steeg komen. Gestommel en geluiden alsof er iemand mompelt maar dan indringender. Hij versnelt zijn pas iets.
‘Er komt iemand aan.’ hoort hij een man zeggen.
‘Fuck.. weg hier, laat die moslimhoer liggen!’ roept een tweede stem.
Erik ziet twee schimmige personen wegrennen de steeg uit aan de andere kant. Hij hoort zacht gesnik en gekreun. Hij ziet een vrouw op de grond liggen en rent erop af. Ze maakt een afwerende beweging als hij zijn hand uitsteekt.
‘Rustig maar, ik doe je niets. Die twee mannen zijn in ieder geval weg. Kan ik iets doen voor je?’
‘Nee, laat me met rust. Ik wil naar huis. Nee, ik kan niet naar huis. Oh Allah sta me bij.’ zegt de vrouw snikkend.
Erik heeft geen idee wat hij moet doen en pakt zijn telefoon uit zijn zak.
‘Ik bel 112, die zullen je wel helpen.’
Nee! Niet de politie, alsjeblieft, niet doen.’
‘Maar..?’
‘Alsjeblieft, mijn broer werkt bij de politie en heeft dienst vanavond. Ik wil niet dat hij dit ziet of hoort.’
‘Wat hebben ze gedaan?’
‘Mij geslagen en geschopt. Omdat ik moslim ben verdomme! Een moslim! Wat is dat voor klotezooi!’ roept ze uit en begint weer te snikken.
Erik twijfelt even. Hij weet niet goed wat te doen. Hij reikt nogmaals zijn hand naar haar. Deze keer pakt ze hem vast en trekt hem naar zich toe.
‘Hou me even vast alsjeblieft.’
Hij drukt haar zachtjes tegen zich aan. Hij kan haar parfum ruiken. Patchouli.
‘Kan ik je ergens naartoe brengen?’
‘Nee.. ik kan niet naar huis. Niet zo. Ik wil niet dat mijn familie me zo ziet. Ik heb geen idee waar ik naartoe kan. Mijn vriendinnen zullen mij niet kunnen helpen. Hun mannen mogen mij zo niet zien. Dan weet mijn broer zo dat er wat is.’
‘Maar je moet van de straat af. Je kan hier niet zo blijven liggen. Ergens anders naartoe misschien?’
Erik strijkt door zijn haardos. Jeetje wat is dit nu weer, waar ben ik nu weer in verzeild geraakt. Even denkt hij eraan toch de politie te bellen maar besluit het niet te doen. Ze wil het niet en hij is bang dat ze wegloopt als hij begint te bellen. Hij kijkt haar eens goed aan. Verdorie, nu herkent hij haar pas. Het is de die aantrekkelijke caissière uit die Turkse super waar hij elke zaterdag komt. Ze lacht altijd zo leuk naar hem en is altijd vrolijk en vriendelijk. Waar hij stiekem wel eens over fantaseert. Hij voelt zich rood worden bij die onwillekeurige gedachte.
‘Kan je baas je misschien helpen?’
‘Nee!’ roept ze verschrikt opkijkend. ‘Dat is mijn vader.’
‘Ah, juist.’
Ze kijkt hem aan. Een blik van herkenning is in haar ogen te zien.
‘Ben jij het. Jij komt altijd op zaterdag ochtend bij ons boodschappen doen.’
Erik glimlacht en knikt bevestigend.
‘Mag ik met jou meekomen? Mag ik me even opknappen bij jou thuis alsjeblieft?’
Hij kijkt haar aan. Meekomen? Naar zijn appartement?
‘Euhm, ja, natuurlijk mag dat. Kan je meteen een kop thee krijgen of koffie.’
‘Dank je.’
Rakker had intussen zijn behoefte al gedaan in de steeg en zat geduldig naast hem. Erik liet het maar liggen. Hij had wat anders aan zijn hoofd nu.
Thuis aangekomen doet Erik snel de gordijnen dicht. In het licht van zijn woonkamer is duidelijk te zien dat ze goed is mishandeld. Ze heeft wat bloed bij haar wenkbrauw en een gezwollen oog. Hij wijst haar de badkamer zodat ze zich wat op kan knappen.
Terwijl zij in de badkamer bezig is zet hij thee voor zichzelf. Ze wilde koffie dus heeft hij de senseo alvast maar aangezet. Hij hoort de douche lopen, eh, maar even hier blijven dus.
Even later staat ze in de kamer. Ze heeft zijn badjas aan.
‘Dank je. Heel erg bedankt.’
‘Graag gedaan.’ stamelt Erik en doet zijn best niet haar richting uit te kijken. Het valt haar op.
‘Zie ik er zo slecht uit?’
‘Euh nee, maar ik euh. Nou ja, ik, laat maar.’
Intussen was de senseo doorgelopen en reikt hij haar de kop koffie aan.
‘Mijn naam is Erik trouwens. Erik van Dorst.’
‘Ik heet Özlem. Özlem Aydin.’
Ze neemt plaats op de bank en trekt haar benen onder zich. Ze onderdrukt een kreun van pijn.
‘Heb je ergens last van?’ Stom, stom, stomme vraag Erik denkt hij.
‘Ze hebben me goed geslagen en geschopt. Tuurlijk heb ik ergens last van. Ik heb pijn bij mijn ribbenkast en euhm.. op andere plekken.’ Er klinkt geen verwijt in haar stem. Ze somt het emotieloos als een feit op.
‘Weet je zeker dat je de politie niet bellen wil? Of een dokter? Misschien even langs de huisartsenpost?’
‘Nee, mijn zus is verpleegkundige. Als ik daar kom moeten ze het melden en ik wil geen politie.’
‘Ik snap het niet, je wil niet dat ze gepakt worden?’
‘Jawel, maar dat helpt toch niets. Het komt vast wel goed.’
‘Ze zullen thuis vast vragen wat er is gebeurd.’
‘Oh shit, helemaal niet aan gedacht.’ zegt ze verschrikt.
‘Ik kan zo niet naar huis. Echt niet. Mijn moeder zal sowieso zien dat er iets ergs is gebeurd.’
Ze kijkt Erik aan. Bestuderend. En dan ineens slaat ze haar ogen neer en spreekt dan zachtjes ‘Kan ik niet hier blijven? Bij jou, tot ik er weer beter uitzie?’
Hij kijkt haar aan. Verbaasd en vertwijfeld. ‘Euh, ja, vast wel maar ik woon niet erg groot en ik weet niet of het heel erg is als jij samen met een man in een huis bent.’
Ze lacht eventjes. ‘Dat is niet zo heel erg. Ons gezin is ruimdenkend.’ er klinkt wat cynisme in door. ‘Maar niet zo ruimdenkend dat ze het erbij laten zitten als ze mij zien. Ze zullen gelijk aangifte willen doen en mijn broer gaat zeker uit zijn dak. Ik wil geen gezeik. Ik wil het vergeten.’
Erik zucht even diep.
‘Als je het niet ziet zitten dan hoeft het niet. Ik wil je niet tot last zijn.’
‘Nee, dat is het niet. Het is, euhm. Nou ja, het is wat lastig uit te leggen maar kijk. Ik moet je wat vertellen. Ik vind je leuk.’
Daar, het hoge woord is er uit. Nooit gedacht dat hij dat ooit zou zeggen tegen haar maar goed.
Ze glimlacht. ‘Dat weet ik. Ik jou ook. Als je aan de kassa komt probeer ik altijd contact te maken maar je zegt alleen altijd zo weinig. Mijn vader zegt dat je verlegen bent. Maar ik zie wel aan je dat je me leuk vindt.’
Hij glimlacht schaapachtig.
‘Mooie naam, Özlem’
Ze kijkt hem glimlachend aan. ‘Dank je. Het betekent verlangen volgens mijn moeder.’
En plotseling begint ze hevig te huilen. Ze trilt en maakt zich klein. Erik weet zich geen houding te geven.
‘Kan ik iets doen Özlem?’
‘Nee.. laat me even.’ klinkt het snikkend.
Na een half uurtje wordt ze weer wat rustiger. Ze kijkt hem aan met rode ogen. ‘Wil je me alsjeblieft vasthouden Erik?’
Hij zou slapen op de bank, zij kon in zijn bed slapen. Hij verschoonde het bed snel. Dat had hij al even niet gedaan en een fris bed is wel zo fijn toch? Ze helpt hem zo goed en zo kwaad het kan.
‘Welterusten Özlem. Als er wat is, roep me dan, maak me gerust wakker.’
‘Is goed.’ klinkt het vermoeid.
Erik trekt de slaapkamer deur achter hem dicht. Hij hoort dat ze weer begint te wenen. Even denkt hij erover om terug naar binnen te gaan maar nee, als ze dat nodig heeft zal ze hem wel roepen. In de woonkamer wacht de bank. En Rakker. Die zit kwispelend met zijn balletje bij de bank te wachten. Hij geeft het beestje een aai over zijn bol maar zijn gedachten zijn ergens anders. Hoe kan hij haar helpen? Wat kan hij doen? Ze wil absoluut niet dat er politie bij geroepen wordt. Dat had ze hem na de huilbui op het hart gedrukt. Bang als ze was dat haar familie hiervan zou horen. Maar goed. Morgen zouden ze wel zien had ze gezegd.
Nog nooit zoiets gedaan denkt hij nog. Zomaar. Een vrouw die hij maar half kende in zijn huis. En ze is Turkse. Wat als haar familie dit hoort? Zou hij geen slachtoffer worden van eerwraak of zoiets? Nou ja. Morgen. Nu slapen.
De andere ochtend wordt Erik wakker van geluiden uit de keuken. Even schrikt hij maar dan herinnert hij zich wat er zich de vorige avond heeft afgespeeld. Hij staat op en loopt naar de keuken. Oef. Die bank slaapt niet echt lekker. Ik heb overal spierpijn. Hij staat stil in de deuropening. Özlem staat daar in een t-shirt van hem en verder niets. Nou ja, een slipje dan. Hij slikt even en voelt zich rood worden.
‘Goedemorgen. Je vind het toch niet erg dat ik een t-shirt van je heb aangetrokken?’
‘Euh, nee, natuurlijk niet.’
‘Waar kan ik de koffie vinden?’
‘Oh, de pads voor de senseo bedoel je? Daar, linksboven.’
Ze reikt naar de pads en kreunt een beetje van de pijn. Het t-shirt gaat wat omhoog en een flinke bloeduitstorting bij haar ribbenkast wordt zichtbaar. Evenals de onderkant van haar boezem. Erik schiet gelijk in de stress.
‘Wacht, ik pak het wel even.’
Even later zitten ze beiden aan de koffie. Özlem aait Rakker wat en kijkt Erik aan. Haar ene oog is dikker dan het gisteren was en de bloeduitstorting groter.
‘Weet je zeker dat je niet naar de huisarts wil? Of naar de EHBO post van het ziekenhuis?’
‘Ja, dit trekt wel weg. Ik heb niets gebroken denk ik. Ik heb wel behoorlijk wat pijn, spierpijn ook. Heb je misschien wat paracetamol of ibuprofen of zo? Pijnstillers?’
‘Ik pak ze even voor je.’
Hij reikt haar het pakje wat hij zojuist uit de medicijnkast heeft gehaald aan.
‘Dank je. Echt, ik blijf je maar bedanken he?’ Ze lacht een beetje.
‘Geeft niet. Maar ik maak me wel zorgen over je. Je oog is behoorlijk gezwollen en ik zag een flinke bloeduitstorting net. Dat moet echt pijn doen. Weet je zeker dat je niets gebroken hebt?’
‘Ik heb al eens eerder een rib gebroken met paardrijden. Dat voelde echt anders. Maak je geen zorgen. Het trekt wel weg.’
‘Heb je nog op meer plekken bloeduitstortingen?’
‘Ja, net onder mijn rechterborst en, euh, ze hebben me heel hard getrapt in mijn kruis.’
Rakker was er ook nog. Het beestje piepte bij de deur. Hij moest hem echt even uitlaten. Eenmaal buiten trekt Rakker hard aan de lijn. Hij heeft haast zo te merken. Als het dier zijn behoefte heeft gedaan loopt hij even langs de bakker en haalt wat croissantjes. Hij loopt snel terug naar zijn appartement. Eenmaal aangekomen hoort hij al bij het binnenkomen dat Özlem weer aan het huilen is. Hoe kan het ook anders denkt hij nog. Wat moet het traumatisch zijn om zo mishandeld te worden door een stel vreemden, alleen maar vanwege je geloof.
Hij treft haar op de bank aan, voeten op de bank, haar hoofd op haar knieën. Hij gaat naast haar zitten en slaat een arm om haar heen. Niet goed wetend hoe te handelen in deze situatie. Ze leunt tegen hem aan en begint harder te huilen. Hij voelt zijn trui vochtig worden van haar tranen. Hij laat haar maar even. Iets te zeggen heeft hij toch niet.
Na een tijdje zo gezeten te hebben wilde ze zich aan gaan kleden. Haar eigen kleren waren nog niet droog en Erik zag toen hij ze in de droger wilde stoppen dat ze vuil waren en er zat wat bloed op. Hij stelt voor om ze eerst te wassen. in de tussentijd kan ze wel wat kleding van hem aantrekken. Ze wil voorlopig toch niet naar buiten. Hij geeft haar zijn sweatpants en een warm vest om over het t-shirt heen te doen.
Even later zitten ze aan de tafel te ontbijten. Ze pakt haar kop thee vast met beide handen en kijkt Erik aan.
‘Hoe lang vind je me al leuk?’ vraagt ze ineens.
‘Euhm.. ja.. eigenlijk vanaf het moment dat ik je zag.’
Ze glimlacht. ‘Ik na een paar keer jou gezien te hebben. Ik zag hoe je naar me keek en zo. Mijn vader zei me dat je altijd op zaterdagochtend kwam en vanaf dat moment ben ik iedere zaterdagochtend gaan werken.’
‘Je vader vindt het niet erg dat ik, een Nederlander en niet gelovig, gevoelens heb voor je?’
‘Welnee joh. Mijn oudste zus en mijn oudere broer zijn ook getrouwd met Nederlandse partners. En mijn jongste zus is lesbisch. Ook daar heeft hij geen grote moeite mee. Nou ja.. hij wil niet dat ze openlijk is in het bijzijn van familie en vrienden maar hij houdt verder wel van haar en haar vriendin.’
‘Oh, okay.’ Dat opent mogelijkheden dacht hij nog.
‘Hoe is het met je pijn?’ Snel even van onderwerp wisselen.
‘Ik overleef het wel.’ En lacht even.
‘Wat?’
‘Snel van onderwerp wisselen. Vind je het moeilijk om over gevoelens te praten?’
Hij wordt rood, hij voelt het. ‘Ja, tenminste, ik weet me niet zo goed een houding te geven op dergelijke momenten.’
‘Grappig.. en cute..’
De week vloog voorbij en Erik merkte dat haar aanwezigheid hem deed opbloeien. Hij voelde zich energieker en blijer. Özlem zelf ging er ook op vooruit. Haar huilbuien werden iets minder. Ze lachte wat vaker en lag soms zelfs dubbel van het schateren om zijn grappen en anekdotes ook al kreunde ze dan soms van de pijn. Haar ouders heeft ze zaterdag nog gebeld. Ze had aangegeven dat ze even bij een vriend verbleef en dat ze niet precies wist wanneer ze weer thuis zou zijn maar waarschijnlijk zal ze de andere zaterdag wel weer komen werken. Haar moeder wenste haar veel plezier maar haar vader mopperde wel. Hij had haar op het werk verwacht, nu moest hij vervanging regelen.
Maandagochtend moest Erik weer werken. Hij had er niet veel zin in maar er moest geld binnenkomen. Gelukkig had hij een baan vrij dichtbij. Hij had ook zondag nog geregeld dat hij een logeerbed kon lenen ergens want die bank, dat ging hem niet worden de hele week. Özlem had nog even geprotesteerd en gezegd dat zij wel op de bank zou gaan slapen maar dat wilde hij niet. Zij was te gast.
Op het werk kon hij niet wachten tot einde het van de werkdag. Hij keek er echt naar uit om thuis te zijn. Het was gezellig in huis met Özlem en Rakker. Ze hielp hem met koken, afwassen en huishoudelijke klusjes ondanks zijn tegenwerpingen dat ze dat niet hoefde te doen. De avonden vlogen voorbij met veel gelach en geknuffel. Samen films kijken vond ze fijn en kroop dan dicht tegen hem aan. Allebei waren ze zich bewust van de wederzijdse aantrekkingskracht maar meer dan knuffelen deden ze niet.
Özlem genas voorspoedig en op donderdagavond was er al bijna niets meer te zien van de bloeduitstorting bij haar oog. Bij haar ribben was nog duidelijk te zien dat ze goed geraakt was echter. En ze had nog last van haar kruis. Daar had een van die mannen goed tegen aan geschopt en haar vagina deed nog wat pijn als ze die aanraakte had ze gezegd. En vervolgens in schaterlachen uitgebarsten om Erik’s gezicht. Zo rood had ze hem nog niet eerder gezien.
Op vrijdag kwam Marleen Rakker ophalen. Ze keek vreemd op vanwege Özlem’s aanwezigheid maar ze stelde geen vragen. Ze waren vrienden had Erik gezegd en ze was een paar dagen op bezoek en met die uitleg nam ze genoegen. Trouwens, sinds hun breuk had zij al meerdere relaties gehad dus veel recht van spreken had ze ook niet. Noch recht op uitleg eigenlijk. Erik voelde zich opgelaten in het begin maar Özlem en Marleen konden het goed vinden met elkaar. Ze waren al snel in gesprek geraakt. Het werd uiteindelijk een hele gezellige avond en toen Marleen wegging gaf ze hem een zoen op zijn wang en zei hem dat hij zijn kansen moest grijpen. Hij werd even onzeker. Wat bedoelde ze? Maar ze knikte snel in de richting van Özlem. ‘Ze lijkt me goed voor je.’
Daar zitten ze. Weer alleen op de bank. Erik denkt even aan de laatste woorden van Marleen. Hij opent zijn mond om wat te zeggen maar Özlem is hem voor.
‘Erik, ik wil je al een paar dagen wat vragen.’
Erik kijkt haar aan. Ze ziet er serieus uit. Wat gaat er komen?
‘Stel maar.’
‘Zou je meer willen zijn dan gewoon een vriend?’
Hij voelde zich rood worden. Meer? Graag! wilde hij uitschreeuwen. Maar hij hield zich in. Wat zou ze wel niet denken?
‘Ja Özlem, graag zelfs. Ik vind je heel erg leuk en ik geniet van ons samenzijn.’
‘Ik geniet er ook van lieve Erik.’ Zegt ze met een glimlach en stralende ogen.
Ineens nam ze zijn handen in de hare.
‘Mag ik je zoenen?’
‘Euh.. ja, ik.. mmph’
Ze zoent hem vol passie. Hij voelt dat hij meer wil. En zij overduidelijk ook. Haar handen gaan van zijn borst naar zijn bovenbenen en vandaar weer langzaam omhoog, aan de binnenzijde. Hij laat zijn handen over haar boezem gaan. Plots staat Erik op en trekt haar omhoog. Ze kijkt hem vol verlangen aan. Ze doet de betekenis van haar naam eer aan. Ze verdwijnen in de slaapkamer. Het belooft een nacht vol passie en lust te worden.
De volgende ochtend worden ze vroeg wakker. Özlem moet naar huis. Ze had haar vader beloofd te komen werken en aangezien er in haar gezicht niets meer te zien was durfde ze dat wel aan. Ze neemt met een kus afscheid. Voor even. Ze zal vanavond weer terugkomen.
Erik zwaait haar gelukzalig uit. Vanaf nu is alles anders.
En leuk te zien dat anderen geïnspireerd raken door wat je schrijft:
Getekend door Annemiek Eggermont. Dank je en altijd leuk als inspiratiebron te dienen.