De inrichting van het huis leek zo weggelopen uit de Ikea catalogus. De meubels zorgvuldig geplaatst alsof ze van tevoren op een plattegrond op schaal waren ingepast in de woning. Het rook er naar taart en brandende kaarsen en een vleugje oude wierook van de dag ervoor. De deur naar het balkon stond open en het geluid van een langsrijdende trein waaide de kamer in. Ze keek blij. Een nieuwe stap in een wereld die steeds groter werd.
De inhoud van de nog volgepakte dozen verdween naar hun bestemming. Vast niet hun eindbestemming, die zal waarschijnlijk nog wel een paar keer gezocht worden. Zo was ze nu eenmaal. Alles had een vaste plaats tot het een andere vaste plaats kreeg. En soms was die vaste plaats bij iemand anders.
Een koelkast, formaat minibar, snorde tevreden onder het keukenblad. Er paste net een flesje bier, een blikje frisdrank en wat beleg in. Meer was ook niet nodig. De winkel was om de hoek dus ze kon dagelijks haar benodigde boodschappen halen. En anders was er nog altijd de mogelijkheid maaltijden thuis te laten bezorgen of gewoon om spontaan rond etenstijd even langs te gaan bij vrienden en vriendinnen.
Maar nu even niet. Ze keek hem onderzoekend aan. Alsof ze naar tekenen van goedkeuring zocht. Een blijk van op de goede weg zitten. Haar zoon gaf haar een stevige knuffel.
“Mam, we hebben het goed samen.”
Mooi!