De natuur kent vele vormen. De een vaak nog mooier dan de ander. Bergen, zeeën en oceanen, bossen, weiden, heuvels. Dieren in alle vormen en maten, van de majestueuze leeuw of arend tot potsierlijk zoals het vogelbekdier en alles ertussenin.
En dan ook nog de insecten die hun nuttige bezigheden hebben. Toch heb ik op dat laatste wat aanmerkingen… Ik heb angst voor spinnen, het resultaat van een overgeërfde spinnenfobie. Ik heb een hekel aan muggen met hun irritant hoogfrequent gezoem en hun honger naar bloed. En ik haat vliegen… altijd hinderlijk brommend om je heen.
Maar niet alle insecten zijn zo erg hoor… Ik geniet van de schoonheid van vlinders, die sierlijke vliegende bloemen. De altijd druk in de weer zijnde mieren, al zijn ze soms wat te talrijk. De bezige bijen, af en aan vliegend en meestal vriendelijk. En dan de hommels, die schattige donzen propjes.
De natuur kan mij soms doen genieten, soms doen huiveren. En altijd voel ik mij nietig bij het zien van de schoonheid en kracht ervan.
Foto door Matthias Zomer via Pexels