FitBit

Ik mag weer! Yes! Wandelen, tot je erbij neervalt, meedogenloos gedwongen door een stukje techniek die het aantal stappen telt en de daarbij afgelegde kilometers. 10.000 stappen is zo’n beetje de standaard. Om en nabij de 7 kilometer afhankelijk van de staplengte.

Ik heb zo’n ding gekocht. Mijn ex-vriendin had een FitBit maar was de oplader vergeten. Aangezien ik toch al aan het overwegen was om er ook eentje te nemen was ik zo galant (of stom, dat kan ook) om maar gelijk de knoop door te hakken en een Charge HR aan te schaffen. Kon zij de hare opladen en ik kon voortaan ook bij gaan houden wat ik deed.

Wel verstandig overigens van me. Ik moest ook wat meer bewegen. Overgewicht heet dat. En ik moet het kwijt. Dan is bewegen natuurlijk de beste methode maar aangezien ik niet zo makkelijk uit mezelf ga wandelen of fietsen is dat lastiger dan gedacht. En dan is zo’n FitBIt best een uitkomst nog.

Het werkt zo: Het ding houdt een aantal zaken bij zoals de eerder genoemde stappen en kilometers (en nog veel meer hoor, maar dat moet je zelf maar eens uitzoeken). Deze worden in de “cloud” opgeslagen. Daar kun je met een account bij en je kan je account koppelen aan groepjes vrienden of totale onbekenden. Op die manier houd je elkaar scherp en kun je elkaar aanmoedigen. Dat is tenminste de gedachte erachter.

In de praktijk word je competitief. Je wil juist meer lopen dan je vrienden, of een langere afstand. Je gaat jezelf dus uitdagen om meer te doen dan je voorheen deed. Handig toch? Je word actiever en daardoor ook gezonder. Toch? Nou, nee. Althans, wel in grote lijnen. Echter liep ik als ongeoefend wandelaar al snel tegen blessures aan. Blaren uiteraard maar ook wat ernstigere blessures zoals hielspoor, wat ik gelukkig snel kon voorkomen door iets meer rust te nemen tussen wandelingen door. Ook kreeg ik last van shinsplint. Overbelasting van je schenen. Overbelastingsblessures dus. Heerlijk, maar niet heus. Pijnstillers erin, rust nemen en langzaam weer opbouwen.

Nou kun je hier natuurlijk van alles tegen doen. Warming-up en cooling down zijn belangrijk naar het schijnt maar ja, ik zie mezelf niet echt huppelen, dribbelen en armen zwaaiend mijn wandeling starten. Alsof ik een marathon ga rennen. Ik zie de mensen in gedachten al vreemd kijken.

Maar goed. Wandelen dus. Het verrassende is, na verloop van tijd ga je het gewoon leuk vinden. Niet alleen vanwege het competitieve element, maar gewoon, omdat de beweging je helpt. Je word letterlijk blijer. Het schijnt dat wandelen endorfine aanmaakt. Het gelukshormoon. Niet dat je nu in de zevende hemel bent tijdens het lopen of erna maar het werkt wel bij verwerken van negatieve gebeurtenissen en emoties. Dat is tenminste mijn ervaring hè!

Ik wandel nu iedere dag zo’n anderhalf tot twee uur sinds een maand of vier, vijf. Het werkt verslavend.  Ik verdeel de tijd over de dag natuurlijk, vooral sinds de blessures. 3 of 4 tochtjes van een half uur tot drie kwartier zo ongeveer. Het heeft ook een wat sociaal karakter. Ik kom regelmatig dezelfde mensen tegen. Wandelaars, mensen die hun hond uitlaten, fietsers. Iedereen groet elkaar. Nou ja, bijna iedereen. Je hebt er soms norse mensen bij.

Soms onderneem ik wat grotere tochten. Wandelingen door een bos of een wandelroute van bijvoorbeeld de ANWB of Natuurmonumenten. Maar dat zijn wel uitzonderingen. Ik wil het niet overdrijven.

En dan kijkend op de app van mijn FitBit. Heb ik mijn doel al bijna in zicht? Sta ik voor op de rest? Hoe is het met mijn hartslag en de afgelegde afstand? Ja, die FitBit helpt echt. De dwingeland.

3 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven

Gelieve mijn rechten te respecteren.