Het geluid van smooth jazz op de achtergrond mengt zich met het felle zonlicht van een laagstaande winterzon. Het is een gewone dag op het moment dat ik dit schrijf. Een gewone normale dag. Zo eentje waarop je het huishouden doet. Of de werkzaamheden die je uitoefent in je beroep, je hobby’s, de klusjes rond je huis. Of waarop je gewoon probeert een leven op te pakken dat ergens door de jaren heen is afgedwaald naar onbekende oorden en waarvan er gaandeweg een deel is verdwenen.
Een slok thee verwarmt het lichaam tijdens deze koude decemberdag. De verwarming laag want de kosten zijn hoog. Een luie kat ergens in huis miauwt wat tijdens het gapen. Het resoneert met de jazz en mijn eigen gevoel van kalmte. Dat deel wat verdwenen is komt niet meer terug, het pad dat is ingeslagen leidt naar nieuwe delen die het leven kunnen vervolmaken. Kunnen, want niets is zeker, niets staat vast in deze onduidelijke jaren van mijn bestaan waarin ik facetten ontdek die ik niet eerder voor mogelijk hield, wellicht verborgen door het gevoel van verantwoordelijkheid, de angst voor falen die in de jaren ervoor mijn bestaan leidden. Ik ervaar nieuwe interesses, passies, vermengd met oude. Ik meng ze, kneed ze tot een nieuw geheel en vraag mij af waar het allemaal toe dient, welke richting het mij opstuwt.
Maar ik laat me meevoeren, in alle wetenschap dat waar het ook heen gaat, ik er thuishoor.
Fijn geschreven. Goed voor deze in en in grijze dag, waarin weemoed en verlangen zich kruipend opdringen.
Dank je Stan.