Een wit vel papier, een pen. Een scherm met een knipperende cursor. Een spraakopname app op de telefoon. Het is er allemaal. De bedoeling is dat er op het papier, op het scherm en in de geluidsopname een stukje proza, een gedicht, een gedachte wordt opgeslagen die voor later gebruik kan worden benut. Tot het verder uitgewerkt kan worden tot een definitief stuk tekst die andere mensen kan vermaken, ontroeren of inspireren. Maar er komt niets. Niet vanwege een writersblock, niet vanwege gebrek aan inspiratie. Niets van dat alles. Alleen een hoofd vol tuimelende gedachten, doembeelden, dromen en vooral veel ruis.
Soms is het gewoonweg niet mogelijk om gedachten te structureren, te sturen in een richting waarheen je wil. Ademhalingsoefeningen, mindfulness, yoga en tai chi bieden geen soelaas en voldoende reinheid, regelmaat en (nacht)rust werkt gewoonweg niet (overigens werken de tegenovergestelde zaken ook niet, late nachten in de kroeg en veel afleiding en activiteiten blijken proefondervindelijk hooguit een uitwerking te hebben in de vorm van verlengde nachten en brakke dagen). Op een dergelijk moment is het stug doorschrijven tot de zinnen weer enige vorm krijgen, tot alinea’s weer leesbaar zijn en de gedachten weer ten volle toevertrouwd kunnen worden aan andere media dan de grijze cellen waaruit ze voortkomen.
Dat proces van schrijven is een wonderlijk proces. Het levert weliswaar niet altijd iets op maar het stimuleert in ieder geval de weke delen in het hoofd en langzaam ontstaat er ruimte om creatief met taal te kunnen zijn, om gedachten die voorheen ronddwaalden, tuimelden of raasden weer te vangen in woorden en coherente zinnen. Dan is het wel nog zaak om ze in coherente stukjes proza vorm te geven.
Dat laatste blijkt toch het lastigste te zijn.
Kijk Walther,
Bovenstaande tekst vermaakt me, boeit me! Proza of niet….. je bent aan het schrijven! Niet te zuinig! Ga zo verder, want je weet dat schrijven ongeziene paden opent.
Groet, Hans.