Het plaatsen van de ene voet voor de andere verzacht, opent, verdrijft. Knisperend afgestorven flora, stofwolkjes bij ieder neerdalen van een voet. De geur van een den, een spar, een bloeiend stuk natuur. De oren vergast op zacht tjilpen, een geruis van bladerdek en de ogen zien alle tinten groen. Vergezichten tussen takken of stammen door. Een veld met korenaren ter grootte van een grasspriet. Paarden die rustig grazen. Een enkele groet van een mededwaler en weer verder in alle rust.
De pijn verzacht, het hart geopend en donkerte verdreven. Het hoofd gevuld met geuren, kleuren en geluiden. Zoals door de eeuwen heen anderen hebben geluisterd, geroken, gekeken. Geschiedenis op elk pad, bij elke boom en elke heuvel. Doelbewust door mens geplaatst, doelbewust door mens gelaten. Betreden is op eigen risico, voor eigen gewin.
Voor eigen gemoedsrust.