Ik herinner mij dat ik nog niet zo lang geleden opkeek tegen mensen die een HBO opleiding hadden voltooid. En toen ik eenmaal zelf mijn HBO papiertje had behaald bemerkte ik twee gedachten bij mijzelf. De eerste was “Is dit het nou? Was dat nu waar ik zo tegenop keek?” De tweede, veelal sterkere, gedachte was “Ik heb geluk gehad, ik val vast zo door de mand.” HBO afgestudeerd en een Bachelor graad als titel. Ik vond het in ieder geval vreemd om mij als zodanig te afficheren. Pas een paar jaar erna geloofde ik er zelf genoeg in om met vertrouwen te kunnen zeggen dat ik HBO geschoold ben.
“Ik kan het!”
“Nee, eigenlijk niet.”
“Ik ben niet geschikt, niet goed genoeg.”
“Ik mis het talent.”
“Ik schiet tekort!”
Zomaar wat gedachten die door mijn hoofd schieten als ik schrijf. Als ik organiseer. Eigenlijk bij alles wat ik doe. Ik lijd aan het oplichterssyndroom. Het gevoel dat je eigenlijk niet goed bent in wat je doet ondanks de successen die je lijkt te hebben. Alsof je dus ieder moment ontmaskerd kan worden als een fraudeur, een bedrieger. Net zoals ik vreesde na het behalen van dat HBO papiertje. Vervelend? Mwoah, net zo vervelend als bij de tandarts in de stoel liggen en een wortelkanaalbehandeling zonder enige vorm van verdoving ondergaan, zoiets in ieder geval. Hoe ik ermee omga? Telkens weer mijzelf bewijzen, telkens weer mijzelf tonen dat ik het kan. Door te schrijven en te publiceren, door op te treden. Net zolang tot er een mate van vertrouwen ontstaat in mijzelf dat ik in ieder geval iets te melden heb. Al zeggen talloze mensen dat het zo is, ik geloof het zelf pas na tig keer doen.
Zo is het dus ook met schrijven, met mijzelf uiten in woorden op papier of scherm. Het voelt vreemd mij voor te stellen als schrijver en dichter. Ik doe het wel, al is het maar omdat een deel van de oplossing van het probleem is jezelf als zodanig te beschouwen. Eerlijkheidshalve moet ik er wel bij zeggen dat ik dat pas durfde na bevestiging van meer gelauwerde mensen in het vak dat zij mij wel als volwaardig schrijver en dichter zien. Maar toch voelt het nog steeds vreemd. Nou ja, hoe het ook zij, ik ben niet van plan te stoppen met wat ik doe. En ik realiseer me ook dat ik nog maar zo kort bezig ben en vooral dat ik mijn werk niet moet meten met het werk van anderen. Ik schrijf in mijn eigen stem. Mijn eigen toon. En die stem, die toon wordt krachtiger met elk werk wat ik schrijf. Al voelt dat niet altijd zo, ik weet zeker dat het zo is. Groei komt nu eenmaal niet vanzelf. Ook al is het twee stappen vooruit, één terug.
Oh ja. Voor ik het vergeet. Ondanks dat oplichters gevoel hoop ik dat ik binnenkort kan melden dat een tweede bundel onderweg is richting drukker. Nou ja, eer het zover is moet er nog geschreven en geschaafd worden dus niet je adem inhouden in afwachting want dan zou het wel eens einde verhaal kunnen zijn met je. Je hoort het in ieder geval vanzelf zodra het zover is.
oplichter of niet?
Jij schrijft goed.
Zonnige groet,
Dank je Rob. Doe mijn best en groei gelukkig in wat ik doe.