Geheugen. Een goed geheugen. Dat is wat ik mis. Ik vergeet afspraken. Briljante zinnen voor gedichten of proza komen ergens in een zwart gat terecht en soms vergeet ik de gezichten van mensen die er niet meer zijn.
In mijn leven, zoals in dat van velen onder ons vermoed ik zo, heb ik afscheid moeten nemen van mijn ouders, familieleden, vrienden en helaas ook van innig geliefden. Mensen die mij omringden met warmte, met liefde. Mensen die mij steunden wanneer het niet ging of successen vierden met me wanneer het juist wel ging. Mensen die me het beste uit mijzelf lieten halen. Waar ik een leven mee deelde.
Mensen die er nu niet meer zijn.
Ik vermoed dat ik ergens op mijn reis naar nu besloten heb dat ik niet meer geraakt wilde worden door het verlies, niet meer de pijn wilde voelen van het gemis. Ik zou niet weten hoe ik anders moet verklaren waarom ik die mensen steeds vaker lijk te vergeten. Waarom ik steeds minder aan ze denk. Dat vreet toch wel ergens aan me. Tenminste, zodra ik wel aan ze denk en me realiseer dat het alweer een hele tijd terug is dat ik ze terugriep uit mijn herinneringen.
Soms helpen foto’s me of de herinnering van anderen aan deze mensen doen mij beseffen dat ook ik een band had met ze. En meer dan eens word ik geraakt door iets wat ik lees. Een interview of een column die me terug doet denken aan toen. Misschien ben ik daarom ook wel gaan schrijven. Om herinneringen vast te leggen. Al dan niet verweven in een fictief verhaal of in geconstrueerde poëtische zinnen.
Maar dan moet ik ze niet vergeten op te schrijven…