Ik zie soms best wel op tegen mensen als een Ilja Leonard Pfeijffer, Peter Buwalda of Geert Mak. Mensen die met schijnbaar gemak het ene na het andere werk uit hun pen weten te persen. Jaloersmakend gewoon. Ik vergelijk mijn werk niet met dat van deze schrijvers. Zij zijn gewoon van een ander niveau. Een niveau waar ik voorlopig enkel van kan dromen. Maar we werken naar dat niveau toe… al zal ik het wellicht nooit helemaal bereiken, ik kan me zeker nog verbeteren.
Ilja’s laatste roman, Grand Hotel Europa, ligt alweer een tijdje in de winkels, staat op nummer twee (Buwalda neemt de eerste plaats in beslag) en nodigt mij uit om het te lezen. Het is echter een lijvig boek en mijn tijd is al zo schaars de laatste maanden. Of het er ooit van komt weet ik niet maar na het interview wat ik las in een of ander blad (ik ben alweer vergeten welk blad) met hem en zijn vriendin heb ik het boek wel weer een plaatsje of twee naar boven geplaatst op mijn ‘Ik-wenste-dat-ik-tijd-had-om-deze-te-lezen’ lijst. Buwalda schrijft mij net wat te ongemakkelijk lezend werk dus die zal ik niet snel op die lijst zetten. Werk van Mak bungelt ergens onderaan.
Ik hou van lezen, ik ben tenslotte niet voor niets gaan schrijven. Maar lezen is een activiteit die de laatste jaren minder en minder lijkt voor te komen in de totaliteit van activiteiten die ik ontplooi. Al spaar ik wel boeken en bundels op voor het moment waarop ik niet anders meer kan dan al mijn tijd spenderen aan lezen. Ik hoop wel dat dat nog even duurt, er is nog zoveel meer te doen.
Kunst en cultuur omvat zoveel meer dan enkel het geschreven woord. Al ben ik eerlijk gezegd niet goed onderlegd in al wat er mogelijk is, voel ik mij een barbaar in een hoogontwikkelde samenleving. Ik hoop dat ik ooit mijn achterstand in kan halen. Ik doe in ieder geval mijn uiterste best.