Het proces loopt. Het rent, het giert, het vliegt uit de bocht, herstelt en komt abrupt tot stilstand. Het wordt weer opgestart, voorzichter dit keer, en blijft in een tempo dat bochten nemen kan.
Soms wil je te veel, ineens, nu, niet wachten. Je hoofd maakt plannen dat het lichaam enthousiast aangrijpt om aan te tonen dat het klaar is met veel doen en weigert uit te voeren. Het brein, nog steeds in standje negeren, komt plots tot stilstand door een nog niet geziene muur en staart lange tijd vol onbegrip naar de signalen die binnenstromen, de kleur rood negerend en marchanderend met het lichaam probeert gedaan te krijgen wat het wil. Pas na dagen van stilstand en onderhandeling begint het bij het brein te dagen dat met de snelheid getemperd er meer gedaan gaat worden. Planning wordt aangepast aan realiteit en het proces begint weer. Nu met herziene stappen en ruimte voor aanpassing.
Er is weer zicht. Zicht op voortgang. Zicht op mogelijk en duidelijk. Zicht op resultaat.