De friskoude lucht bijt zachtjes in mijn gezicht, mijn handen weggestoken in mijn jaszakken. Een wat grijzige dag, het zonnetje is er wel maar nauwelijks zichtbaar, maar ik moest er toch echt even uit. De buitenlucht in. Ik wandel langs een spuikanaal van de sluizen die iets verderop liggen. Het water heeft een wat onbestemde geelbruine kleur maar de watervogels vermaken zich er uitstekend in. Ik kan ze goed zien door de kale bebossing en bomen. Alles heeft die groene en bruine natuurtinten. Van donker tot licht. Een mooi uitzicht zo wandelend.
Een rustige ochtend. En toch een kakofonie van geluiden. Getsjirp, getjilp, gekras, het ritmische getik van een specht en serenades van zangvogels. Geluiden die mijn oren binnenkomen en mijn gedachten doen dansen. Ze dansen alle kanten op. Wat een rollercoaster rit was het de afgelopen maanden zeg.
Ik wandel gestaag door. Luisterend naar de geluiden om mij heen. Ze brengen me wat tot rust. Precies mijn doel van deze wandeling. Bijna mindful bezig. Ik glimlach wat in mijzelf. Ja.. mindfulness heeft me wel wat geleerd ja. Ik haal eens diep adem door mijn neus en ruik de heerlijke geuren van het bos. Aardse geuren. Van aarde, bomen, planten. De geuren prikkelen mijn neus en brengen ook herinneringen in gedachten. Aan eerdere wandelingen. Met haar. Ik zucht diep. Haar… mijn liefste.
Ik sta even stil. Laat de gedachten door mijn hoofd gaan. Op Facebook kwam ik vanmorgen een artikel tegen van 365 dagen succesvol. Liefdevol loslaten. Mooi artikel. En dat was wat ik moest doen ook.. liefdevol loslaten. Maar ja.. makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. En er stond een stukje in over vastzitten in de dynamiek van verlatingsangst en bindingsangst. Hoe treffend was dat. Onze relatie was zo. Zij de angst om zich te binden, ik de angst om verlaten te worden.
Ik wandel weer door. Stilstaan blijkt ook letterlijk stilstaan.. stilstaan bij wat was. Dat is niet wat ik wil. Ik moet door. Ik wil door.
Ik versnel mijn pas. Iets verderop sta ik weer even stil om te kijken naar een koppeltje watervogels, geen idee welke soort, die druk met elkaar bezig zijn. Gebiologeerd staar ik naar ze. Ergens registreren mijn hersenen rennende voeten. Ik besteed er geen aandacht aan. Hardlopers zijn er genoeg hier op dit stuk. Ineens voel ik iemand tegen me opknallen en val op de grond.
‘Fuck!’ hoor ik een vrouwenstem roepen.
Ik hoor mezelf iets soortgelijks zeggen. Ik sta op en kijk naar de hardloopster die tegen me op is gelopen. Curves in all the right places. Donker haar omlijst een leuk, open gezicht wat nu een beetje verdwaast opkijkt naar mij. Ik steek mijn hand uit en zij pakt hem aan. Ik trek haar omhoog.
‘Een leukere botsing heb ik nog niet eerder meegemaakt.’ zeg ik glimlachend. Damn. Zei ik dat nu echt?
Zij lacht en kijkt me recht aan. Mooie groene ogen.
‘Auw’ roept ze ineens uit. Ik zie dat ze haar linkervoet ontziet.
‘Oei, toch niets geblesseerd hoop ik?’
Ze mompelt een beetje terwijl ze haar enkel lichtjes masseert. ‘Auw’ zegt ze nogmaals.
‘Ik ben bang dat ik hem verzwikt heb. Het spijt me trouwens.. ik was niet aan het opletten tijdens het rennen. Mijn excuses. Ik heb jou toch geen pijn gedaan?’
Ik kijk haar aan. Ik glimlach
‘Nee hoor.. ik had het geluk stil te staan.’ Ondertussen wat pijn in mijn schouder verdringend.
‘Mijn naam is Anton’ hoor ik mijzelf zeggen.
Ze kijkt me weer aan met die groene ogen.
‘Hannelore, maar noem me maar gewoon Hanne.’ En ze glimlacht.
‘Kan ik iets voor je doen? Moet ik je helpen naar je auto of zo? ‘ vraag ik haar behulpzaam.
‘Nee, ik woon hier niet ver vandaan in de wijk hierachter. Ik red me wel.’ en maakt aanstalten die kant op te hinken. Ik zie echter aan de grimas op haar gezicht dat ze niet teveel op haar voet kan steunen.
‘Ik loop wel even met je mee zodat je op mij kunt steunen want met die enkel kom je zo niet ver.’
We lopen samen naar haar huis. Gelukkig was er dichtbij een doorgang naar de woonwijk aan de andere kant van het wandelpad en het bos.
‘Ik woon ook in deze wijk, iets verderop aan het begin.’ laat ik haar weten.
‘Oh? Ik woon in de Dinkelstraat.’ antwoord ze.
‘Dat is niet eens zo ver van mij vandaan.’
Ik onderdruk een glimlach. Ik hoor haar voorzichtigjes uit. Ze is single, ruim een jaar geleden verdween haar man uit haar leven. Kinderen hadden ze niet. Ze heeft wel twee katten. Een kattenmens.. ze stijgt met stip omhoog. Al keuvelend belanden we bij haar huis. Achter de voordeur zie ik een kat heen en weer drentelen. Baasje is er! Ze gaat even zitten op het pilaartje naast haar pad.
‘Dank je. Voor je hulp en je gezelschap. En excuses nogmaals, ik had echt beter op moeten letten.’ zegt ze een beetje sip.
‘Ach, zo ontmoet je nog eens leuke mensen joh.’ antwoord ik met een knipoog.
Ze lacht hardop. Een heldere, klaterende, lach.
‘Kom je mee binnen voor een kop koffie?’ Vraagt ze met grote ogen.
Ik kijk op mijn telefoon voor de tijd en schrik. ‘Oeh.. nee sorry.. ik ben al te laat voor een afspraak met een vriend en daarna vertrek ik voor een paar dagen naar het buitenland.’
Ik zie de teleurstelling op haar gezicht.
‘Maar ik kom graag, als ik terug ben, langs voor die kop koffie hoor.’
Ze lacht weer. ‘Lijkt me leuk.’ zegt ze. ‘Misschien kunnen we dan samen wat wandelen als mijn enkel wat beter is. Hardlopen zit er even niet in denk ik.’
‘Dat lijkt me een leuk vooruitzicht.’ antwoord ik glimlachend.
Ze staat weer op en geeft me een korte knuffel.
‘Nogmaals excuses hoor..’ Ze kijkt me weer aan, beetje onderzoekend alsof ze wil zien hoe ik erop reageer.
‘Dank je voor die knuffel, voelde goed.’ Ik glimlach naar haar en wacht tot ze naar binnen gaat.
Ik loop, nog steeds glimlachend, richting huis. Het gaat goed komen. Ik voel het.
(walther ligtvoet 26-02-2016)