De wind geselt mij onophoudelijk
onvermoeid gaat het door
en ik houd mij stevig verankerd in de grond
onvergankelijk
Tot de wind mij toch teveel wordt
en ik na eindeloos meebewegen
wordt ontworteld
en een diepe val moet maken
voor zoveel geweld.
Al jaren leef ik en sta ik fier
maar nu bereik ik de grond
met daverende klap.
Laat het leven
na vele jaren te hebben overleefd
maar nu dodelijk verwond.
Die trein die aan komt stormen?
Die kan mij niets meer verdommen,
mijn tijd is gekomen.
(Geschreven naar aanleiding van een omgewaaide boom op het spoor waardoor ik twee uur te laat op mijn bestemming in Eindhoven arriveerde)