Dit lichaam is niet heilig,
geen tempel voor mijn
dolend bewustzijn.
Verdwaasd doorvoelend
van dit feitelijk bestaan.
Zonder begrip.
Ik leef in de ogen,
de lach en de armen
van een oneigenlijk lichaam.
Ik weet mij anders geen leven,
geen bestaan zonder de liefde,
de bevestiging van die ander.
Wanneer wij twee samen,
verstrengeld, het bed
bewonen, bezweet van inspanning.
Dan voel ik mij
één, een geheel
van emoties, van lichamelijkheid.
Er bestaat geen aardse tempel
voor wat ik dan voel,
het heelal is dan de tempel.
Het leven kan dan wegvloeien.
Mij achterlatend
vol gelukzalig verdwijnen
Mooi werk Walther.
lieve groet, Marjon
Bedankt Marjon